Doordat ik inmiddels door heb dat mijn sweet memory’s hoe dan ook sweet maar niet altijd waar zijn, moet je als lezer zo’n melancholische dwaling maar met een korrel zout nemen.
Pasen begon in mijn vroege jeugd met klassikaal biechten. En dan naar huis. Een lang weekend. Thuis liet het feest op zich wachten. Wel kleurden vaasjes geel. Met fresia’s en narcissen. Eerste paasdag begon het. Ik geloof niet dat er eieren geverfd of verstopt werden in ons ouderlijk huis. Wel herinner ik me die kleurtabletjes. Azijn moest er bij. De soepkommen uit de keuken mochten gebruikt worden. Ze stonden op een krant. Geel vond ik stom. Zeker als er bruine eieren waren.
Mijn moeder dekte de ontbijttafel overigens elke dag, maar op feestdagen met het servies uit de kamer met gebloemde eierdopjes. Brood, krentenbrood met spijs, beschuit én matzes.
Bij hoge uitzondering mocht je twee eieren. Want één ei was geen ei, met Pasen. Bij het ontbijtbord vond je, gelijk het strooien vd pepernoten in december, als donderslag bij heldere hemel een paasmandje. Kip in het midden, op gekleurd stro en eitjes er omheen. Ze lijken uit het straatbeeld verdwenen.
Mijn vader haalde tante Nel. Onze oma zeg maar. Haar tas zat altijd vol verrassingen. Met Pasen uiteraard een ei! Zo een die je alleen van onze tante Nel kreeg.
Weer of geen weer: de maillot werd geruild voor kniekousen, de zondagse winterjurk voor een nieuwe zomerjurk, nieuwe schoenen van lak.
Na het eten mocht ik mij pas aankleden. Niet veel is onveranderd. Wel het feit dat ik een knoeipot ben en matzes eet met Pasen. Tegenwoordig wel volkoren.
Tot de beatmissen in de jaren 60, gingen we die eerste dag naar de mis van 12 uur. Lopend, op de nieuwe lakschoenen met een klein hakje.
Weer thuis: koffie drinken met een opgemaakte koekje. Plaatjes draaien, mens erger je nieten, pesten en een advocaatje met, door mijn vader handgeklopte, slagroom. Voor mij in een eierdopje.
Vandaag? Straks komen de kinderen en kleinkinderen. En tot die tijd aan de slag met de trouwspeeches voor de maand mei. Ik heb er weer zin in.
Liefs! Fijne dagen. Maak liefdevolle herinneringen. Ze doen je glimlachen én zijn ‘het vertellen waard’.


